Geschiedenis van de Sigaar
In den Beginne
De geschiedenis van de sigaar zoals we die tegenwoordig kennen valt samen met de ontdekking van de Nieuwe Wereld door Christoffel Columbus in 1492. Toen zijn gezelschap aan land kwam in de Caribbean stuitten ze op wat eigenlijk een voorloper was van de moderne sigaar. De overeenkomst was dat bij deze vroege versie er ook gebruik werd gemaakt van tabak, al was dit wel een van de verder weinige. Toen Columbus en de zijnen de nieuwe ontdekking meenamen terug naar het Iberisch Schiereiland werd daar in eerste instantie niet heel positief op gereageerd door de Spaanse Inquisitie. Desalniettemin won de sigaar snel aan populariteit in Spanje en Portugal maar bleef de uitrol van de sigaar over de rest van het Europese continent zeer beperkt in de daaropvolgende drie eeuwen.
Pas rond 1750 deed de sigaar haar intrede in Holland (dankzij de ijverige handelsgeest) en ook Rusland. Leuk feitje; Catharina II van Rusland gaf de opdracht om de sigaren die zij rookte van een zijden bandje te voorzien zodat haar vingers aanslagvrij bleven wanneer zij een sigaar rookte. Dit zou uiteindelijk leiden tot de sigarenbandjes die we tegenwoordig kennen
Vrij snel daarna kwam de sigaar ook terecht in de Verenigde Staten via de Britten, die korte tijd de scepter zwaaiden over Cuba in 1763, maar kreeg pas bredere bekendheid vanaf de jaren 1850 omdat Amerikanen liever hun eigen tabak rookten met een pijp. De Britten namen na hun Cubaanse tijd de sigaren mee terug naar Europa waar deze zich verder verspreidde (naar landen zoals Frankrijk, Zwitserland, en Italië).
De 19de eeuw
Gedurende de eerste helft van de 19de eeuw begon de sigaar steeds meer aan populariteit te winnen. Waar in de jaren 20 van de 19de eeuw de import van sigaren in verschillende Europese landen nog slechts in de duizendtallen lag was dit in de jaren 40 al toegenomen tot miljoenen. Vanwege de veel hogere prijs van sigaren ten opzichte van de tot dan toe bekendere pijptabak duurde deze toename een tijd, maar werd het tegelijkertijd een symbool van elegantie en welvaart gedurende de Victoriaanse periode.
Ook in de Verenigde Staten kwam de sigaar-industrie steeds meer op stoom, na veel proberen en experimenteren werden de sigaren vanaf de jaren 70 van steeds betere kwaliteit met betere smaak. De Amerikaanse sigarenindustrie concentreerde zich in staten zoals Pennsylvania, Ohio, Florida en natuurlijk Connecticut (welbekend van het buitenblad). Door deze groei was Amerika samen met Cuba de grootste producent van niet-droge, hand-gerolde sigaren geworden aan het einde van de eeuw.
De 20ste eeuw (eerste helft)
Aan het begin van de 20ste eeuw met de intrede van elektriciteit kwam er ook meer aandacht voor het vochtig houden van sigaren door middel van humidors in winkels. Alfred Dunhill was hier een grondlegger van, in zijn winkels in Londen.
Na de Eerste Wereldoorlog werden sigaretten heel snel heel populair als rookmiddel. Dit betekende uiteraard een probleem voor sigaren, aangezien sigaretten niet alleen goedkoper waren, maar ook sneller en in grotere hoeveelheden te maken. Dit was dankzij het mechanische productieproces waar machines veel sneller sigaretten konden produceren dan mensen met de hand sigaren konden rollen. Sigarenproducenten konden uiteraard niet achterblijven bij deze ontwikkelingen en vanaf begin 1930 werden sigaren ook steeds vaker mechanisch geproduceerd, waarbij de kwaliteit niet (significant) afnam.
De 20ste eeuw (tweede helft)
Na de Tweede Wereldoorlog werd deze manier van sigarenproductie steeds normaler. Op een gegeven moment voelde Cubaanse sigarenmakers dat zelfs zij niet achter konden blijven en gingen ook machinaal-gemaakte sigaren produceren. Dit zorgde voor een prijsverlaging van Cubaanse sigaren, voornamelijk in de Verenigde Staten. Hierdoor werden Cubaanse sigaren die eerst buiten bereik van de ‘gewone’ sigarenroker lagen ook beschikbaar voor deze groep liefhebbers.
Helaas was dit van korte duur, aangezien in 1953 de Cubaanse revolutie losbarstte en in 1959 Fidel Castro aan de macht kwam, met het welbekende embargo tot gevolg. Dit zorgde voor een schokgolf door de sigarenmarkt met als gevolg dat sigarenfabrikanten hun blik verbreedden naar locaties buiten Cuba. Hierdoor floreerde de sigarenproductie in landen zoals de Dominicaanse Republiek, Honduras, Nicaragua en zelfs Jamaica. Veel Cubaanse vluchtelingen vonden hier hun heil en plaats om hun traditie en vakmanschap voort te zetten.
Gedurende de jaren 1990 was er een heuse ‘cigar boom’, vooral in de VS. Deze snelle, grote stijging van het aantal geïmporteerde sigaren werd mede veroorzaakt door de eerste uitgave van het tijdschrift ‘Cigar Aficionado’. In de periode van 1992-1997 was er vele malen meer vraag naar premium sigaren dan aanbod, vanwege het jarenlange productieproces van topkwaliteit sigaren. De boom eindigde uiteindelijk doordat veel nieuwe bedrijven in de sigarenindustrie streefden naar het voorzien in vraag en daarbij de kwaliteit van hun product verlaagden, daarnaast waren veel mensen die in de jaren 90 sigaren voor het eerst ontdekten alweer vertrokken naar een volgende nieuwigheid om uit te proberen. Zodoende werd het aanbod vele malen groter dan de vraag en verdwenen ook veel kleinere sigarenproducenten uiteindelijk van het toneel.
Tegenwoordig
Aan het begin van de 21ste eeuw werd de groei van de sigarenmarkt weer ingezet. Vandaag de dag worden wereldwijd steeds meer sigaren ontdekt door liefhebbers van fabrikanten die zich ook buiten Cuba bevinden. Denk hierbij aan de eerdergenoemde landen zoals de Dominicaanse Republiek, Nicaragua, Honduras, maar ook Sumatra tabak of Kameroen. De sigarenindustrie blijft een bijzondere, complexe maar bovenal internationale wereld die ook steeds meer bekend wordt vanwege hernieuwde zienswijzen jegens roken in het algemeen, klimaatverandering wat een gevaar vormt voor de verbouwing van de tabaksplanten maar ook een symbool van zorgeloos genieten (zij het met mate) van een prachtig product waarover altijd iets nieuws te leren, vinden of achterhalen is.


